Het onderwijssysteem in Spanje heeft een belangrijke plaats in de maatschappij. Net als in Nederland spelen diploma’s een cruciale rol in het leven van jongeren en hun toekomstperspectieven. Maar wat maakt het onderwijs in Spanje uniek, en hoe verschilt het van dat in Nederland? In deze blog duiken we dieper in het Spaanse onderwijssysteem, de betekenis van diploma’s en de belangrijkste verschillen met Nederland.
Hoe werkt het Spaanse schoolsysteem?
In Spanje is onderwijs verplicht voor kinderen van 6 tot 16 jaar. Het systeem is opgebouwd uit verschillende niveaus, beginnend met Educación Primaria (basisonderwijs), dat loopt van 6 tot 12 jaar. Daarna volgt de Educación Secundaria Obligatoria (ESO), die vier jaar duurt en verplicht is voor alle jongeren. Dit niveau is vergelijkbaar met een mix van VMBO en onderbouw HAVO/VWO in Nederland.
Na het behalen van het ESO-diploma hebben studenten twee opties: het Bachillerato of een beroepsopleiding (Formación Profesional). Het Bachillerato is een tweejarig programma dat studenten voorbereidt op de universiteit en eindigt met een landelijke toegangstoets, de EBAU. Deze toets bepaalt of en welke universitaire opleiding je kunt volgen. In het beroepsonderwijs ligt de nadruk op praktijkgerichte opleidingen, die jongeren voorbereiden op een specifieke baan.
In tegenstelling tot Nederland is de structuur in Spanje minder flexibel. Er is minder ruimte voor zijwegen of overstappen naar een ander niveau. Bovendien speelt de regio een belangrijke rol, omdat naast Spaans vaak ook een regionale taal zoals Catalaans of Baskisch wordt onderwezen.
Het belang van een diploma in Spanje
In Spanje is het behalen van een diploma van levensbelang. De arbeidsmarkt is competitief, en zonder diploma zijn de kansen op een stabiele baan klein. Dit geldt vooral voor laaggeschoolde jongeren, die vaak te maken krijgen met hoge werkloosheidscijfers. Het minimumdiploma, de Graduado en ESO, is noodzakelijk voor veel banen. Voor goedbetaalde of gespecialiseerde functies wordt vaak een universitaire graad gevraagd.
Bovendien wordt een diploma in Spanje niet alleen economisch, maar ook maatschappelijk gewaardeerd. In veel families is het behalen van een diploma een teken van trots en succes. Ouders zien onderwijs als dé manier om sociale mobiliteit te bereiken. Deze sterke nadruk op diploma’s leidt vaak tot een hoge prestatiedruk bij jongeren, vooral tijdens de voorbereiding op de EBAU. Dit examen is bepalend voor hun toekomst, omdat het direct invloed heeft op hun universitaire toegang.
Hoe verschilt dit van Nederland?
Het Nederlandse onderwijs biedt meer flexibiliteit en routes dan het Spaanse systeem. In Nederland kunnen studenten na de basisschool kiezen voor VMBO, HAVO of VWO. Deze routes sluiten aan bij het niveau van de student en bieden verschillende vervolgopties, zoals MBO, HBO of universiteit. Hierdoor hebben studenten meer mogelijkheden om een pad te kiezen dat bij hen past. Ook wordt in Nederland meer waarde gehecht aan praktijkgericht onderwijs, zoals een mbo-diploma, dat op de arbeidsmarkt goed wordt gewaardeerd.
In Spanje daarentegen ligt de focus meer op een hiërarchisch systeem. Een universitair diploma wordt als het ultieme doel gezien, en beroepsonderwijs heeft een minder hoge status. Dit verschil is ook te zien in de examens. Waar Nederland het centrale eindexamen combineert met schoolexamens, speelt in Spanje de EBAU een veel grotere rol. Een slechte score kan de toegang tot het hoger onderwijs volledig blokkeren, wat leidt tot meer druk en stress onder studenten.
Een ander opvallend verschil is de taal. In Spanje wordt het onderwijs in sommige regio’s tweetalig gegeven, waarbij naast Spaans ook een regionale taal wordt gebruikt. In Nederland komt tweetalig onderwijs vooral voor op middelbare scholen en is het doorgaans optioneel.
Waarom een diploma in Spanje meer dan papier is
Een diploma in Spanje is veel meer dan een toegangsbewijs tot de arbeidsmarkt. Het symboliseert toewijding, ambitie en doorzettingsvermogen. Families investeren veel in het onderwijs van hun kinderen, vaak met de verwachting dat zij het beter zullen doen dan de vorige generatie. Dit maakt het behalen van een diploma een gezamenlijke prestatie, waar niet alleen de student, maar ook de familie trots op is.
Toch heeft dit ook een keerzijde. De druk om te presteren is hoog, en het ontbreken van een diploma kan sociale uitsluiting betekenen. Dit is een groot verschil met Nederland, waar de keuzevrijheid en het respect voor alle opleidingsniveaus groter is. In Nederland wordt praktijkgericht onderwijs vaker gezien als een waardevolle optie, terwijl in Spanje de focus ligt op academische prestaties.